Geschiedenis Mallorca

#Geschiedenis Mallorca

Volgens archeologen wordt sinds 4.000 jaar voor Christus het eiland al bewoond door een Iberisch herdersvolk dat in holen woonde.

De Carthagers waren vanaf 645 voor Christus de eerste bewoners van de Balearen (dus Mallorca, Ibiza en Menorca).

500 jaar later (123 voor Christus) werd de archipel veroverd door de Romeinen die alle eilanden in de vierde eeuw opnamen in de provincie Hispania Citerior.

Voor het eerst hoorden Menorca, Mallorca, Ibiza en Formentera bij elkaar. De Romeinen bouwden onder andere de steden Manacor, Pollentia en Palma en legden wegen en bruggen aan en zorgde voor vestingswerken om de eilanden te beschermen tegen de aanvallen van de Moren en Turken.

Van 1276 tot 1344 was het eiland een eigen zelfstandig koninkrijk. Daarna werd het een provincie van Aragón. Autonomie kreeg het eiland pas in 1983

De Balearen werden in 1479 een provincie van het grote Spaanse rijk dat ontstond na de trouwerij van Ferdinand van Aragon en zijn Isabella van Castilië. In de 16e eeuw ging de handel en de scheepvaart onderuit door de Turkse expansiedrift en de Noord-Afrikaanse zeerovers. Ook door de ontdekking van Amerika ging de economie sterk achteruit doordat een deel van de handel zich verplaatste van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan.

In 1833 werd de Balearische provincie opgericht en het bestuur de Balearen werd op Mallorca in Palm de Mallorca gevestigd. Op Menorca en Ibiza zit een delegatie van dit bestuur. Het heeft nog enige tijd geduurd dat het toerisme er voor zorgde dat de welvaart geleidelijk toenam. In 1983 kregen de Balearen de autonome status toegekend met een eigen regering en parlement.